GEA

Leden van het Europees Parlement (EP) kunnen maandelijks gebruik maken van een General Expenditure Allowance (GEA) om algemene onkosten te dekken.

Voor de leden van de VVD-delegatie geldt dat men maximaal de helft van deze vergoeding opneemt. Deze vergoeding mag worden besteed aan de kostenposten die corresponderen met de GEA-regeling, namelijk:

  • Beroepskosten
  • ICT
  • Kantoorbenodigdheden
  • Activiteiten
  • Reis en verblijfkosten

Voor de leden van de VVD-delegatie geldt aanvullend dat het deel van de GEA-regeling dat is ontvangen maar niet is uitgegeven wordt aan het einde van het betreffende kalenderjaar teruggestort aan het Europees Parlement. De leden van de VVD-delegatie hanteren separate bankrekening. Van alle uitgaven worden bonnen bijgehouden, deze worden eens per jaar op basis van 6 ogen principe gecontroleerd.

In de linker kolom staan de bedragen waar de VVD-delegatie als geheel recht op had, en in de rechter kolom de bedragen die gezamenlijk door de VVD-delegatie zijn teruggestort per jaar.

Ontvangen op jaarbasisTerugbetaald op jaarbasi
20191108 31267 288
2020 2269 267175 364
2021274 560159 437
2022286 680154 585
2023286 680147 393
2024Jaar loopt nogJaar loopt nog

Tot en met het jaar 2023 hebben de leden van de VVD-delegatie effectief 57.5% van hun rechtmatige GEA teruggestort aan het Europees Parlement.

[1] In 2019 begon het mandaat in juli en werd de GEA vanaf die maand verstrekt. In 2019 had de VVD ook nog vier Euro­parlementariërs.
[1] De vijfde Euro­parlementariër trad aan in februari 2020, waarbij de GEA van januari 2020 niet meetelt.